Door Esther Barfoot

Oplages dalen, titels verdwijnen. Een icoon als Newsweek verschijnt alleen nog maar digitaal. Toch is de tijdschriftenmarkt levendiger en opwindender dan ooit. Tien ontwikkelingen in de tijdschriftenmarkt die doorzetten in 2013.

 

1. Globalisering van niche tijdschriften Een wereldwijde markt voor unieke, onafhankelijke tijdschriften heeft zich in recente jaren ontwikkeld. Mannenbladen, vrouwenbladen, foodmagazines en designtijdschriften krijgen eigenwijze, intelligente en stijlvolle broers en zussen. The Gourmand, Alla Carta, Hot Rum Cow, Matter en Fashion for men zijn maar enkele van de nieuwkomers van 2012. Nieuwe magazines gericht op nichemarkten; ze hoeven geen grote oplage te kennen om bestaansrecht of commerciële waarde te hebben. ‘Weird, strange things that stand out in a magazine store have their worth,’ zei Peter Stam van distributeur Ideabooks op Facing Pages Festival in april 2012. Een blad met een piepkleine oplage van 4000 kan in gespecialiseerde tijdschriftenwinkels in Parijs, Tokyo, Amsterdam én op internet gericht worden verkocht. Ook de makers zitten overal: de Verenigde Staten, Canada, Scandinavië, Nederland, India, Japan of Dubai.

 

2. Genres worden opnieuw uitgevonden Deze ‘independent magazines’ zorgen ervoor dat bekende genres opnieuw worden uitgevonden. Bijvoorbeeld het genre van culinaire tijdschriften kent op dit moment veel reïncarnaties. Zoals de recalcitrante bladen Lucky Peach en Put an Egg on it (een culinair magazine op groen papier?), Fricote dat urban cuisine beschrijft en Fire & Knives dat lange essays publiceert over goed eten. Evenzo worden fietsbladen opnieuw uitgevonden. Rouleur, The Ride, The bone shaker zijn poetische bladen met rijke illustraties en essays over de beleving van fietsen. The Green Soccer Journal is een kunstzinnig voetbalblad.

 

3. Maatschappijkritisch Veel ‘independent magazines’ kun je scharen onder de Slow-beweging. Ze verzetten zich tegen het jachtige leven. Zoals Kinfolk dat zich richt op het gezellig samenzijn met groepen vrienden. Andere bladen schoppen wat meer, bijvoorbeeld tegen de hang naar glamour in de mainstreamcultuur. Onesthetisch, absurd of puberaal is hun aanpak. Neem de illustraties van rottend eten in Lucky Peach. Of de dikke zakenman op het bed op de cover van gayzine Butt. Of fotomagazine Toiletpaper met een mond vol knakworsten op de cover. Daarnaast zijn er meer uitgesproken maatschappijkritische bladen zoals de ‘slow journalism’-bladen, Delayed Gratification of Boat. Boat betitelt zichzelf als een ‘antidote to lazy journalism’. Of radicale bladen zoals Adbusters, een pamfletachtige, maar poëtische mix van anti-globalistische teksten en beelden. Deze maatschappijkritische trend is ook zichtbaar in de reguliere tijdschriftenschappen met de komst van 360 magazine, Vega (vegetarische glossy) en het Belgische magazine Change.

 

4. Tweelingbroers: print en online In vormgeving en papiergebruik worden magazines steeds flamboyanter. Waar mannenblad Port een chique combinatie maakt van mat en glossy papier, wordt Manzine bewust gedrukt op ruw, flodderig papier. Het lijkt erop dat juist dánkzij het contrast met de iPad de beleving van aanraken en voelen voor magazines steeds belangrijker wordt. Ipad- en papieren magazines ontwikkelen zich steeds meer tot verschillende belevingen, waardoor er plek is voor beide. Op Facing Pages maakte Jeremy Leslie, creative directeur van MagCulture, een mooie vergelijking: ‘In some cases an iPad version is like tv. Bang, bang, you skip through it. While the paper version is like a movie. You can lose yourself in the experience.’

 

5. Bewegende covers Een mooie vondst van het iPad-magazine is de bewegende cover. De vorm varieert. Zo zijn er filmische beelden, zoals de snelle treinrit op de cover van Junction. Een klein bewegend detail, zoals de subtiel bungelende wortel op Stern. Of verspringende beelden, zoals de honden in humoristische poses op Readers Digest. Weer anders is de getekende cover van Wired die stapsgewijs verandert in de echte cover. Toch overheerst bij mij het gevoel dat de bladenmakers hier nog niet het maximale uithalen; de bewegende covers zijn nog een beetje een gimmick. Ze kunnen meer betekenis krijgen, als ze nog meer een verhaal gaan vertellen.

 

6. Meer magazineblogs Omdat tijdschriften steeds meer een nicheproduct worden, zijn er ook steeds meer ‘magazine aficionados’. Bekende blogs van aficionados zijn: Coverjunkie, MagCultureen Atheneumnieuwscentrum.blogspot. Minder bekend: Magforum, The Magaziner en Mr Magazine. De namen van de nieuwkomers Voll auf die Presse en Nas Capas geven aan dat ook de aficionados zich in toenemende mate buiten de Anglo-saksische wereld bevinden. Naast deze blogs, zijn er de ‘social tools’. Op Magpile kun je je eigen virtuele stapel favoriete tijdschriften samenstellen en delen met je vrienden. Een functie die Coverjunkie ook biedt voor je favoriete covers. Daarnaast zijn er steeds meer online magazine verkooppunten, zoals Atheneum, Stack, MagCulture, Anikibo en Antennebooks. Naast de reguliere webwinkels zoals Amazon.com natuurlijk.

 

7. Interactie content en data Volgens kenners ligt het echte antwoord op een toekomstbestendig digitaal magazine in de interactie van content en internetdata. Lustlab, laboratorium voor nieuwe vormen van communicatie, past dit principe toe in een digitaal magazine dat zij in oktober op de Design Biënnale in Istanbul presenteerden. Iedere pagina van dit digitale magazine gaat uit van één artikel geschreven door de redactie. Bij dit artikel zoekt het magazine de meest relevante artikelen op internet. Als je een van die artikelen aanklikt, zoekt de magazine dáár weer de relevante artikelen bij. Ook zinnen of woorden kunnen als vertrekpunt dienen. ‘De lezer is niet meer aan het zoeken, maar aan het vinden,’ aldus Dimitri Nieuwenhuizen van Lustlab.

 

8. Succesvol tijdschrift wordt imperium Een nieuw verdienmodel voor succesvolle tijdschriften is om deze uit te bouwen tot een zakenimperium. Zo opende uitgeverij Condé Nast in 2012 Vogue cafés en GQ cafés in Moscow en Dubai en breiden zij deze keten in 2013 verder uit. Tyler Brûlé, oprichter van Monocle vertaalde het internationaal georiënterde, exclusieve clubgevoel van het magazine in café’s in Tokyo en Londen en in winkels die de dure horloges en accessoires uit het magazine verkopen. Ook richtte hij radiostation Monocle 24 op met een ‘internationale playlist van Seoul tot Stockholm’. De UK-editie van Wired vertaalt haar reputatie als ‘kenner van de toekomst’ in exclusieve evenementen, een consultancytak en een retailproject. In oktober vond Wired 2012 plaats, de eerste conferentie van het magazine, waar bezoekers voor 1600 pond konden luisteren naar 50 visionairs uit de hele wereld. Met behulp van ‘Wired Consulting’ organiseren bedrijven hun eigen conferenties. Daarnaast ontwikkelt Wired een ‘pop-up’ store in Regent Street, London, dat net als de Monocle store de producten uit het magazine verkoopt.

 

9. Crowdfunding Nog maar een paar jaar geleden was het ondenkbaar dat bladenmakers zonder geld en zonder reputatie een magazine zouden kunnen beginnen. Door crowdfunding wordt dit steeds gewoner. Alleen al op Kickstarter.com werden in 2012 125 papieren magazines, e-zines, iPad-mags en webmagazines succesvol gefinancierd. Het maakt de productie van tijdschriften veel toegankelijker en is waarschijnlijk een verklaring voor de grote toename van independent magazines. Een voorbeeld is Howler, een Amerikaans soccer tijdschrift, dat 50 duizend dollar ophaalde. Of Chickpea, een veganistisch magazine, dat per nummer 5000 tot 8000 dollar ophaalt. Uiteraard staan tegenover de successen talloze ideeën die er niet in slagen de benodigde financiering op te halen.

 

10. Comics journalism Het nieuwe iPad-magazine Symbolia bestaat in zijn geheel uit serieuze journalistieke verhalen in de vorm van cartoons. Een van de stripverhalen in Symbolia gaat over The Salton Sea, het afstervende zoutmeer in Californië en de spookdorpen eromheen. De cartoon is verrijkt met geluidsfragmenten (het lopen over grond bezaait met visgraten) en opgenomen citaten van enkele overgebleven bewoners. Het doel is een nieuwe generatie nieuwsconsument een nieuwe vorm van verslaggeving te bieden. Ook op ONA 2012, conferentie voor ‘online reporting’ in september in San Francisco, vertelden pioniers hoe stripjournalistiek aan populariteit wint, vanwege de toegankelijke manier om complexe verhalen te vertellen waardoor verhalen zich sneller verspreiden op sociale media. Andere voorbeelden van stripjournalistiek zijn te zien op cartoonmovement.com, een website van Nederlander Tjeerd Royaards en Amerikaan Matt Bors. Bijvoorbeeld, ‘Army of God’ over het Verzetsleger van de Heer in Congo.

 

Dit artikel verscheen eerder op Bedrijfsjournalistiek.nl.